Trainingsschema’s? Superinteressant, maar ik ga liever op mijn gevoel af!

1099 0

Edwin Ophof blinkt op 54-jarige leeftijd nog altijd uit in wielrennen en triatlon

Trainingsschema’s? Superinteressant, maar ik ga liever op mijn gevoel af!

Kijk in zijn ogen en je ziet het fanatisme van de topsporter. Edwin Ophof mag dan inmiddels 54 jaar oud zijn; hij is nog net zo gebrand op een goede prestatie als toen hij als twintiger door het leven stapte. En dus reist hij binnenkort naar Zuid-Frankrijk om zich te kwalificeren voor het WK 70.3 (halve) triatlon 55+. Ongetwijfeld is hij gezegend met een flinke dosis talent, maar met alleen goede genen red je het ook niet. “Een echt geheim heb ik niet. Het draait om regelmaat.”

Regelmaat betekent natuurlijk ook balans, want Ophof is samen met echtgenote Jacqueline wel verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van twee Vital Centre vestigingen. “Met regelmaat werken, met regelmaat ontspannen en met regelmaat trainen. Daarmee kan ik op een dusdanig niveau blijven dat ik in mijn leeftijdsklasse nog altijd meedoe met de wereldtop”, aldus de Raaltenaar die zeker niet alles opzij zet voor de sportieve topprestatie. “Zeker drink ik ook wel eens een glaasje wijn, doe ik me ook wel eens tegoed aan een pizza en heb ik ook wel eens te weinig slaap gehad. Ik heb geen oogkleppen op.”

Je verwacht misschien dat dit een gevolg is van relativeringsvermogen dat op latere leeftijd ontstaat, maar Ophof heeft altijd al een nuchtere kijk gehad op zijn eigen sportcarrière. “Ook in mijn wielertijd bij Giant, waar we veel wedstrijden reden met eliterenners en profs, heb ik er nooit 100% voor geleefd. Ik zat echt niet alle dagen op de fiets. Dat was ook onmogelijk, want ik had gewoon een baan als dieetkok in het ziekenhuis.”

Je moet er maar lol in hebben om op je 54ste nog steeds overal in te vliegen. Zeker nu de ‘oudjes’ in het wielerpeloton het tempo zo opvoeren dat de kilometertellers bijna ontploffen. “Natuurlijk baal ik ook wel van een mindere dag, maar het is nog steeds iedere wedstrijd genieten. Ik geniet van het spelletje tijdens de koers, maar ook vooraf en na afloop.”

Doelen stellen

Ophof begon als wielrenner en bekwaamde zich door de jaren heen steeds meer als triatleet. Soms vallen die twee uitdagingen samen. Zo werd hij in 2016 wereldkampioen wielrennen om een week later de Europese titel triatlon te grijpen. Maar momenteel weet hij ambitie en luisteren naar zijn lichaam goed met elkaar te verenigen. “Ik probeer ieder jaar maximaal twee grote doelen te stellen. Het ene jaar ligt de focus meer op het wielrennen, het andere jaar op de triatlon. Voor de rest is het lekker genieten.”

‘Als ik pijn heb, heeft een ander het ook en dan ziet de wereld er ineens een stuk beter uit’

Lichamelijk houdt hij zich prima in conditie, maar het is zeker ook aan zijn mentale gesteldheid te danken dat hij een erelijst heeft waar je u tegen zegt. Met meerdere nationale-, Europese- en wereldtitels. “Als je mentaal niet goed bent en/of je niet kunt focussen, dan lukt het niet om een topprestatie neer te zetten. Ik ben daarom altijd blij met de wielerwedstrijdjes. Dat is soms echt even buffelen en met de ellebogen werken. Misschien heb je daar niet direct iets aan tijdens de triatlon, maar het kweekt wel mentale weerbaarheid. Als ik pijn heb, heeft een ander het ook en dan ziet de wereld er ineens een stuk beter uit.”

Uit het verhaal blijkt heel goed dat Edwin Ophof een self made topsporter is die graag zijn eigen kop volgt en zijn eigen weg naar succes uitstippelt. In een wereld waarin sportieve topprestaties langs de meetlat van de wetenschap worden gelegd, is hij dus vooral een liefhebber van het ‘oude sporten’. “Ik vind de wetenschap wel degelijk interessant”, nuanceert hij. “Ik volg ook de literatuur en de nieuwste trainingsmethodes. Maar, met uitzondering van het schema voor rompstabiliteit zijn trainingsschema’s niet aan mij besteed. Ik ga liever op mijn gevoel af en weet dat ik sterker word van veel kleine wielerwedstrijdjes. Trainen op hartslag? Nee, doe ik ook niet”, zegt hij lachend. “Het enige waar ik me tegenwoordig aan overgeef, is het fietsen op wattage. Dat is wel heel gaaf.”

Ook qua voeding weet hij dat er veel tips, trucs en adviezen te halen zijn bij deskundigen en via het wereldwijde web, maar is het van hetzelfde laken een pak: “Ik weet heel goed wat voor mij werkt en dat zijn zes tot acht eetmomenten per dag. Daarmee hou je het kampvuur continu brandend. En ik zorg heel goed dat de verhouding eiwitten en koolhydraten in balans is. Na een flinke inspanning neem je bijvoorbeeld een portie kwark of een eiwitshake om weer aan te sterken.”

Noem het eigengereid, eigenwijs of eigenzinnig, maar afgaande op z’n enorme erelijst moet je ‘m dus gelijk geven. “Onze jongens van 25 en 21 noemen me inmiddels gekscherend ouwe, maar ik heb ze dat verboden tot het moment dat ze me kunnen kloppen, ha ha.”